Navigatie



Feedback


Dit park wordt beheerd door Kris Peeters.

Heb je een foutje gespot? Of wil je graag een bijdrage verlenen?
Contacteer dan gerust Kris via Kris@pretparken.be.

Attractie: Tafeltje-dek-je Terug naar lijst


Omschrijving

Ezeltje-strek-je staat op het Herautenplein en daarvoor elders in de Efteling al sinds 1956 munten te verdelen, maar het sprookje erachter, dat niet alleen over de waardevolle ezel gaat, is niet heel bekend. Nochtans is het in de Efteling meer dan redelijk uitgewerkt: een prachtige Peppers Ghost' effect, enkele knappe animatronics en een sfeervol herbergje ontworpen door Henny Knoet. Als je het verhaal niet kent, vergeet dan zeker niet eens de herberg binnen te gaan om het de show (twee minuten) te bekijken! Het volledige sprookje:

Er was eens een kleermaker, die drie zoons had. Op een dag sprak de kleermaker: ‘Jongens, het wordt tijd dat jullie een vak gaan leren. Ik verdien niet genoeg om ons allemaal te kunnen onderhouden.' 'U hebt gelijk, vader', zei de oudste zoon. ‘Ik denk dat ik meubelmaker word.' 'En ik molenaar', zei de tweede zoon. De jongste wilde timmerman worden. De volgende dag gingen de drie jongens de wijde wereld in. De oudste kwam terecht bij de beste meubelmaker van het land en werkte drie jaar lang heel hard. Toen zei de meester tegen zijn leerling: ‘Jongen, meer kan ik je niet leren. Je bent een goede leerling geweest. Daarom wil ik je iets geven.' En hij wees op een houten tafeltje, dat in een hoek van het atelier stond. ‘Als je roept: Tafeltje-dek-je! dan verschijnt het heerlijkste eten en drinken. 'Dank u wel!', riep de jongen blij. Hij nam het tafeltje op zijn rug en na een hartelijk afscheid ging hij op weg naar huis.

Toen de avond viel, ging de jongen een herberg binnen en vroeg of er nog een plaatsje voor hem was. 'Plaats wel', antwoordde de waard. 'Maar het eten is op.’ De jongen zette zijn tafeltje midden in de gelagkamer neer en riep: 'Tafeltje-dekje!' Meteen verschenen dampende schotels met gebraden kip, goudgeel gebakken aardappeltjes, geurige appelmoes en glanzende diepblauwe druiven. De waard wist niet wat hij zag. Stilletjes sloop hij ’s nachts naar de kamer van de jongen en wisselde het tafeltje om. De jongen sliep zó diep, dat hij er niets van merkte. De volgende dag betaalde hij de waard, nam het tafeltje op z'n rug en ging naar huis. 'Dag vader! Ik ben meubelmaker geworden. En ik heb iets voor u meegebracht. Een wondertafeltje!' Opgewonden vertelde hij zijn vader van de toverkracht, die het tafeltje bezat. ‘Tafeltje-dek-je!', zei de zoon. Maar... er gebeurde helemaal niets. De jongen begreep dat iemand in de herberg zijn tafeltje voor een ander verwisseld moest hebben.

Intussen zei de beste molenaar van het land tegen de tweede zoon: 'Je leertijd is voorbij. Omdat je zo goed je best hebt gedaan, krijg je een ezel van me cadeau. Als je roept: Ezeltje-strek-je! rollen er honderd goudstukken onder z'n staart vandaan.' De jongen bedankte zijn baas hartelijk en ging met zijn ezel op weg naar huis. Toevallig kwam hij 's avonds in dezelfde herberg terecht waar zijn broer zijn wondertafeltje was kwijtgeraakt. 'Kan ik hier vannacht logeren, waard? Geld is geen probleem!’ En hij riep: ‘Ezeltje-strek-je!' en ogenblikkelijk tilde de ezel zijn staart op. De goudstukken rolden over de vloer. 'Goeie genade', mompelde de waard en s' nachts, toen iedereen sliep, wisselde hij de ezel om.

Thuisgekomen vertelde de tweede zoon het hele verhaal. Maar de kleermaker keek zijn zoon verwijtend aan. 'Wondertafels, wonderezels...?' 'Maar kijk dan vader! Ik zeg Ezeltje-strek-je en er komen wel honderd goudstukken onder zijn staart uit! Ezeltje-strek-je.’ Er gebeurde niets. 'Dit is mijn wonderezel niet, vader!', riep de jongen verschrikt uit. De volgende dag stuurde de vader zijn derde zoon een brief over de tafel en de ezel. De zoon was bij de beste timmerman van het land in de leer. 'Ik begrijp er niks van', zei hij. 'Het is niets voor mijn broers om vader zo voor de gek te houden.' De beste timmerman van het land zei: 'Ik denk dat je broers bestolen zijn. Je moet maar gauw naar huis gaan. Jij hebt hier alles geleerd wat je weten moet en ik ben erg tevreden over je. Hier is je beloning.' Hij gaf de jongen een zak met een knuppel erin. ‘Als iemand je kwaad wil doen, roep je : Knuppel-uit-de-zak! Dan springt die knuppel tevoorschijn en rost je belager zó af, dat hij minstens een week in bed moet blijven.’ De jongen bedankte zijn baas en ging op weg naar huis.

´s Avonds stopte hij bij de herberg, waar zijn twee broers zo bedrogen waren. 'Het is wel laat, maar hebt u misschien nog iets te eten?' 'Eten? Dat kan hier altijd meneer.’ Hoorde de jongen daar: Tafeltje-dek-je? In een oogwenk was de waard terug met dampende schotels met het heerlijkste eten. ‘Dat is knap,’ zei de jongen, ‘maar ik heb de grootste schat die een mens zich maar denken kan.' Diep in de nacht sloop de waard naar de kamer van de jongen. Voorzichtig trok hij de zak naar zich toe. 'Knuppel-uit-de-zak!', riep de jongen, die natuurlijk klaarwakker was. En daar sprong de knuppel tevoorschijn. 'Als je de wonderezel en het wondertafeltje niet onmiddellijk teruggeeft, zet ik mijn knuppel pas écht aan het werk!', riep de jongen. En zo kwam de jongste zoon thuis met het echte wondertafeltje en de echte wonderezel. De kleermaker borg naald en draad op, en leefde gelukkig verder met zijn zoons, het wondertafeltje en de wonderezel. De knuppel in de zak werd goed op zolder verstopt. Ze hoefden hem nooit meer te gebruiken.

Specificaties

Type attractie: Sprookje
Opening: 1999

Foto's